Wie kan zich nog oriënteren?

 

“De jeugd kan niet meer kaartlezen” is een veelgehoorde opmerking van de oudere generatie. Is dat erg? Zij hebben toch allemaal een “TomTom” in de auto. En als die dan een keertje uitvalt? Dan hebben ze altijd nog hun smart-phone of tablet waarmee ze kunnen navigeren.

Toch vroegen twee jonge gezinnen mij in het Belgische plaatsje Cornesse de weg naar de watervallen van Coo, zo’n 30 km uit de richting. Kennelijk hadden ze de verkeerde regel op hun “TomTom” gekozen.

Nog erger was een Franse familie uit de koers geraakt, ze vroegen mij de weg naar het Lac de Chambon, dat bij Chambon-sur-Lac moest liggen, maar ze waren via hun “TomTom” in Chambon-sur-Lignon terecht gekomen, meer dan 160 km uit de richting! Ook dat scheelt maar één regeltje op het navigatiescherm.

Kortom het is zo slecht nog niet om zo nu en dan nog eens op een wegenkaart te kijken.

Het lijkt ouderwets maar in een onbekende omgeving is het toch wel handig om te weten hoever en in welke richting je ongeveer moet rijden. Dan is het natuurlijk wel essentieel dat je het verschil tussen noord en zuid en oost en west weet.

Ook aan die kennis ontbreekt het jongeren vaak, ze hebben totaal geen richtingsgevoel meer door steeds blindelings op hun navigatieapparaatjes te vertrouwen.

Maar ook om een heel andere reden is het tevoren de route op een kaart bekijken aan te bevelen: je krijgt een veel betere indruk van het gebied en het landschap waar je doorheen gaat rijden en eventuele bezienswaardigheden onderweg (die soms zelfs een kleine omweg waard zijn).

Vaak geeft de modernste navigatieapparatuur bij stagnaties een alternatieve route aan, maar ook dan is een kaart handig om eventueel zelf een ander alternatief te zoeken, want die door de “TomTom” aanbevolen route loopt meestal ook weer snel vol.

Nog een handige tip: als je op je routeplanner kiest voor de “snelste route” wordt er meestal een route berekend over autosnelwegen. Zo kom je als je van West-Nederland naar het zuiden wil rijden meestal op de drukke Boulevard Périférique van Parijs terecht. Er zijn (vooral in de drukke vakantieweken) veel snellere alternatieven, vaak over vierbaans wegen die geen autosnelwegen zijn (bijvoorbeeld via Reims en Troyes). Ze verschijnen niet in de routeplanners, maar zijn wel heel goed te vinden op de ANWB-Routekaarten. Hierop staan de voornaamste doorgaande wegen, ook als dat geen autosnelwegen zijn.

Zo is er ook een sneller alternatief vanaf Dijon naar het zuiden: niet over Macon maar via Bourg-en-Bresse.

 

Conclusie: ga gerust op pad met je navigatieapparatuur maar neem ook altijd een kaart van de streek mee, al is het zo’n Routekaart van de ANWB (gratis voor leden).

Die is heel geschikt voor een globale oriëntatie en overzichtelijk omdat er alleen de hoofdwegen op staan (plus veel andere nuttige vakantie-informatie).

 

 

November 2016

 

Raymond Oostwegel