Valpartijen

 

Het regende valpartijen in de Giro en de Tour de France 2011, ook terwijl het niet regende. (Wat een raar woord eigenlijk: valpartij, vooral als er maar één renner valt).

Wat is er aan de hand? Waarom vallen er zoveel renners dit jaar en waarom ook zo ernstig? Er worden veel verklaringen gegeven en er zullen ook weer nieuwe maatregelen en nog strengere regels hiervan een gevolg zijn.

Liggen dit soort gevaren ook op de loer voor de gewone toerfietser, die niet zo’n hoge snelheden haalt en ook minder risico’s neemt? Ik dacht van wel en daarom wil ik eens op de meeste van die gevaren wijzen, voor velen wel bekend, maar ze nog een keer lezen kan nooit kwaad.

 

            Pas op voor:

-          auto’s die een rotonde naderen waarop jij fietst, je kunt in hun dode hoek

      blijven

-          auto’s vóór je die rechtsaf slaan, je kunt precies in hun dode hoek fietsen

-          auto’s van links die je geen voorrang verlenen

-          overstekende honden, katten of kippen (een hond die achter je aan komt kun je soms afschrikken door met je bidon in zijn richting te spuiten); ook honden die te lang zijn aangelijnd (aan die oprollijnen) kunnen nog vóór je fiets lopen

-          spelende kinderen (vooral als ze spelen met een bal, daar kun je lelijk over vallen)

-          auto’s die achteruit een oprit of parkeerplaats verlaten

-          aan de rechter kant van de weg stoppende auto’s: pas op voor openslaande portieren

-          zand of grind in bochten, maar ook een dikker laagje zand of grind op de weg kan je aan het slingeren en aan het vallen brengen

-          een nat wegdek, vooral met klinker- of kasseienbestrating, maar ook op rubberen strepen en zebra’s; als het wegdek voor de eerste keer nat is na een lange periode van droogte kan er schuimvorming ontstaan van rubberrestanten op het wegdek en dat maakt alles nog veel gladder

-          ook wegen die groen zijn van algen of mos kunnen verraderlijk glad zijn, ook als het niet regent, en natuurlijk natte bladeren in een bocht

-          bij heet weer kan smeltend asfalt gevaarlijk zijn, vooral ook weer in bochten

-          trein- en tramrails, je moet die zo haaks mogelijk kruisen om een lelijke val te voorkomen

-          gaten in het wegdek, die vaak moeilijk te zien zijn als de schaduwen van bladeren donkere vlekken op de weg vormen

-          rondvliegende wespen, de kans is het grootst bij warm weer in bosrijke omgeving (mondje dicht!)

 

            Daarom nog enkele adviezen:

  • Draag zo veel mogelijk een valhelm, zeker als je snelheid boven de 20 km/u. uitkomt (liefst een model met gaas in de openingen tegen invliegende insecten, eventueel zelf te maken: een stuk oude panty of vitrage eronder en vastzetten met tape). Ook fietshandschoenen kunnen de schade bij een valpartij een beetje beperken.
  • Draag opvallende kleding (bij slecht weer is licht geel, oranje of rood door achteropkomende automobilisten beter te zien dan grijs, zwart of andere donkere kleuren). En vanzelfsprekend: gebruik in het donker goede verlichting, zowel vóór als achter.
  • Draag ter bescherming van de ogen altijd een (niet te donkere) zonnebril, deze beschermt je niet alleen tegen felle zon, maar ook tegen wind en zand en als hij boven de ogen goed aansluit ook tegen insecten.
  • Houd steeds minstens één hand aan je stuur en laat het rijden met losse handen maar aan de profs over (die vallen daardoor al vaak genoeg).
  • Als je voorrem links zit, neem dan je bidon met de linkerhand uit de houder. Als je dan plotseling moet remmen neem je automatisch de achterrem en niet de voorrem!
  • Laat eventueel een kabel met remkrachtbegrenzer voor de voorrem monteren; het voorkomt dat je door het blokkeren van je voorwiel over de kop gaat als je plotseling moet remmen.
  • Een andere methode om tijdens het remmen niet over de kop te gaan is het krachtiger met de achterrem remmen dan met de voorrem. Door in de grootste versnelling al remmend licht mee te trappen hou je druk op de pedalen en dat verbetert de stabiliteit van de fiets tijdens het remmen. Dit is vooral in een afdaling met veel bochten een goede methode.
  • Rem af vóór een bocht, afremmen in de bocht leidt vaak tot wegslippen. Als je in de bocht niet remt moet je ook je voeten stilhouden: druk in een bocht naar rechts met je linker voet op het pedaal in de laagste stand, dat geeft ook extra stabiliteit aan de fiets en voorkomt aanraking van het rechter pedaal met de weg. Het omgekeerde geldt voor een bocht naar links. Door in de bocht niet of minder krachtig te remmen, worden de velgen ook minder heet dan tijdens continu remmen (pas op: te hete velgen kunnen een klapband veroorzaken!).
  • Pomp bij regenachtig weer de racebandjes niet te hard: 1 ato minder dan normaal (normaal = ca. 1 ato per 10 kg lichaamsgewicht voor het achterwiel en 1 ato minder voor het voorwiel bij dunne racebanden).
  • Vertrek in een kleine versnelling zodat je meteen snelheid maakt, dat voorkomt geslinger bij het wegrijden.
  • Rijd niet precies achter je voorganger maar er schuin achter. Zo voorkom je zo veel mogelijk het raken van elkaars wielen, want dat leidt onherroepelijk tot vallen.
  • Controleer tijdens het poetsen van je fiets of er geen schroeven of moertjes los zitten, vervang zo nodig remblokjes of remkabels. Vervang ook slechte banden, want een klapband (vooral vóór) kan tot een ernstige valpartij leiden.
  • Controleer zo nu en dan of de kunststof plaatjes onder je schoenen aan de voorkant door slijtage niet te dun zijn geworden (als ze afbreken schiet je uit je pedaal en kun je lelijk vallen).
  • Stel de bindingen van je pedaal niet te strak af, zodat je er snel uit kunt klikken.
  • Haal je voeten bijtijds uit de pedaalbindingen als je gaat stoppen.
  • Probeer zo veel mogelijk al vroeg te anticiperen op het gedrag van andere weggebruikers, want plotseling remmen leidt meestal tot onderuit schuiven en vallen, zeker op een racefiets.

 

Tot slot nog een wijze uitspraak in dit verband: “Een goede daler zijn is voor een toerfietser juist het tegenovergestelde van dat voor een Tourfietser: hoe voorzichtiger hoe beter.”

 

Excuses voor de schoolmeester in mij, maar een gewaarschuwd mens telt voor twee (en een tandem gaat harder dan een fiets…).

 

Raymond Oostwegel

augustus 2011