Vélib’, het nieuwe fietsenplan voor de stad Parijs, is op 15 juli ingewijd.

 

Op zondag 15 juli, daags na Frankrijks nationale feestdag, heeft Bertrand Delanoë, burgemeester van Parijs, in die stad Vélib’ (afkorting van Vélos Libres), een soort Witte Fietsenplan geďntroduceerd. Misschien moeten we hier spreken van een Grijze Fietsenplan, want dat is de kleur van de in het straatbeeld zeer opvallende huur-/leenfietsen.

Het zijn hippe en oerdegelijke fietsen van Hongaarse makelij met een soort Vespa-stuur. Voorop zit een boodschappenmand, verder is de 22 kg zware fiets voorzien van een Nexus 3-versnellingsnaaf, rollerbrakes, automatische LED-verlichting en een kabelslot. Er is één model voor dames en heren, waarvan het zadel gemakkelijk in hoogte verstelbaar is.

Tot zo ver het uiterlijk van de fiets, dat is op zich wel bijzonder, maar echt bijzonder is het ICT-systeem waarop het hele plan gebaseerd is. De fietsen staan geparkeerd aan speciale paaltjes, waaraan ze met een soort elektronisch slot vastgeklikt worden. Op het moment van vastklikken wordt de fiets, voorzien van een unieke code, geďdentificeerd. Op deze wijze zijn de gestalde fietsen in de hele stad traceerbaar.

 

    

 

De gebruiker kan een fiets op twee manieren huren/lenen. De eerste is via een jaarabonnement, dat € 29,00 per jaar kost en waarbij de gebruiker een transponderkaart ontvangt, waarmee een fiets direct vanaf een stallingspaaltje vrijgemaakt kan worden. Even met de kaart over de bovenkant van het paaltje en de gewenste fiets is beschikbaar. De tweede manier is het kopen van een dag- of weekkaart aan de centrale zuil die bij elke parkeerplek staat. Dat kan alleen met een moderne creditkaart voorzien van een chip. Via de creditkaart wordt een borg voor de fiets (€ 150,00) veilig gesteld. Een dagkaart kost € 1,00 en een weekkaart € 5,00. Op de kaart staat een code waarmee op de centrale zuil de gekozen fiets ontgrendeld kan worden. Omdat bij beide manieren de gebruiker elektronisch geďdentificeerd is, is fraude met het systeem vrijwel onmogelijk.

Om kortdurend gebruik van de fietsen te stimuleren is er een ingenieus tariefsysteem bedacht:

Het eerste half uur is gratis, daarna wordt er voor het volgende half uur € 1,00, voor het derde half uur € 2,00 en voor elk volgend half uur € 4,00 in rekening gebracht. Als je de fiets binnen 30 min. bij een stallingspunt terugzet, kost het je dus niets (buiten de prijs van de dag- of weekkaart). Om te voorkomen dat mensen binnen een half uur van stalling naar stalling fietsen en daar steeds een andere fiets nemen (en zodoende gratis een hele dag een fiets in beslag nemen), is er tussen de wisselmomenten minimaal 5 min. pauze verplicht, anders loopt de urenteller door. Met dit systeem is het plan voor de Parijzenaars heel interessant om op een leenfiets naar hun werk te gaan of er boodschappen mee te doen. Maar ook een handige toerist kan er dankbaar gebruik van maken, je hebt dan niet het stallingsprobleem voor je eigen fiets, die je eigenlijk continu in het oog zou willen houden. Op een terrasje is dat hier en daar nog wel mogelijk, maar bij museum-, bioscoop- of winkelbezoek natuurlijk niet.

 

    

 

Hetzelfde leen-/huursysteem bestaat in Lyon al meer dan twee jaar en is daar een groot succes. De aantrekkelijkheid van het systeem in Parijs is het grote aantal fietsen en stallingsplaatsen: op dit moment al 10.000 fietsen, die op 750 plekken genomen en teruggeplaatst kunnen worden. Dat moeten er eind van dit jaar 20.000 worden op 1450 stallingspunten. Het aantal fietsen per stallingsplaats varieert van een stuk of tien op de kleinere plekken tot vele tientallen op de grotere stallingen (bijvoorbeeld bij stations). Door de grootschaligheid en het uitgekiende tariefsysteem is de kans groot dat je op de gewenste plek een fiets vindt en die op de plek waar je naar toe wilt ook weer kwijt kunt. Eind 2007 is er in het centrale deel van Parijs op elke 300 m. een stallingsplaats.

Het bijzondere van het Parijse systeem is dat het is opgezet door een particulier ondernemer en wel J.C. Decaux. Deze ondernemer is ook in ons land bekend van het “stadsmeubilair” voorzien van reclame (bushokjes, reclameborden, e.d.). Hij biedt het systeem internationaal aan onder de naam Cyclocity®. In ruil voor dit fietsenplan vraagt zijn onderneming het alleenrecht voor de buitenreclameborden in een stad. Kennelijk brengt die reclame zoveel geld op dat de firma dit zeer geavanceerde systeem in Parijs kan exploiteren. Of zouden ze veel verdienen aan onoplettende toeristen die de gebruiksaanwijzing niet goed lezen en denken dat het huren van een fiets voor een hele dag € 1,00 kost? Zo iemand kan bij thuiskomst nog een forse financiële tegenvaller tegenkomen, let dus als toerist goed op. Uit ervaringen op de eerste dag (meer dan 20.000 verhuringen in één middag) blijkt dat het erg belangrijk is om de fiets na gebruik goed vast te klikken in het slot aan het stallingspaaltje, anders loopt de tariefteller door! Als er een geluidssignaal klinkt en de kleur van het lampje op het paaltje verandert in groen, is de fiets in het systeem correct afgemeld.

 

Kijk voor meer informatie op: www.velib.paris.fr en www.jcdecaux.nl (geef linksboven als zoekopdracht: fietsen).

 

 

Raymond Oostwegel, juli 2007