De DesOriëntatieFactor (DOF) oftewel
het verschil tussen natuurlijk en kunstmatig reizen Deze door
mijzelf benoemde factor is het laagst als je omgeving het kleinst is. Dat
lijkt ook heel logisch, dus bijvoorbeeld als je in bed ligt. Dan noem ik
die factor 0, je weet precies waar je bent en (ongeveer) op welk tijdstip. Ga
je verder af van “point zero” dan neemt de DOF evenredig toe. Zo kom ik - voor mijzelf -
tot een volgend schema: DOF 0: Je omgeving is zo klein mogelijk,
je weet precies waar je bent en hoe laat het is. Bijvoorbeeld, zoals eerder
genoemd, in je eigen vertrouwde bed. DOF 1: Je bent in je eigen huis, ook een
zeer vertrouwde omgeving. Want je zou in het pikkedonker op de tast je weg
kunnen vinden. Je tijdsbesef is volledig normaal. DOF 2:
Je hebt je huis
te voet verlaten en in je eigen bekende omgeving een wandeling gemaakt.
Zolang je in bekend gebied bent gebleven, ben je nauwelijks gedesoriënteerd.
Ook al ben je geblinddoekt naar een plek gebracht, die kun je feilloos
benoemen als de blinddoek afgaat. DOF 3: Je bent per fiets nu een heel
stuk verder van huis gegaan. Onderweg ben je ook onbekende stukken
gepasseerd, maar globaal heb je je overzicht
bewaard. Je weet ongeveer waar je bent en je hebt ook nog het volle besef
over tijd en noord-zuidrichting. DOF 4:
Het wordt al
moeilijker om je volledig te oriënteren als je je
niet “met eigen benen” hebt voortbewogen, dus als je bijvoorbeeld per auto of
trein gereisd hebt. Dan kun je al een lichte vorm van desoriëntatie ervaren.
Door een paar keer van richting veranderd te zijn kun je je
noord-zuidgevoel zijn kwijtgeraakt. Vooral als de
zon niet schijnt of als je in een onbekende omgeving bent, bijvoorbeeld in
een nieuwbouwwijk. Dus:
door je op eigen benen voort te bewegen hou je op
een natuurlijke manier een normaal gevoel van afstand en tijd. DOF 5:
Als je per boot reist is er ook iets speciaals aan de hand. Je ziet alleen
een “lege” horizon, overal om je heen. Oriëntatie wordt dan ook vrijwel onmogelijk.
Het gevoel van tijd blijft wel redelijk intact vanwege de relatief lage
snelheid van voortbewegen. DOF 6:
Reis je per
vliegtuig dan maakt ook de vliegrichting nog veel uit. Noord-zuid of zuid-noord geeft de minste
desoriëntatie. Misschien niet qua afgelegde afstand, maar wel qua tijdsbesef. DOF 7:
Erger wordt het
als je van oost naar west vliegt. Je vliegt dan “met de zon mee”. De tijd
lijkt stil te blijven staan, terwijl je je toch
over niet te bevatten afstanden verplaatst. DOF 8:
De ergste
desoriëntatie treedt op als je van west naar oost vliegt, dus “tegen de zon
in”. Dan ervaar je de verschijnselen van “jet-lag”
ook het hevigst. Althans dat bevestigen de meeste luchtreizigers. DOF 9:
Kan het nog
erger? Ja, ga maar eens onze “grotten” binnen. Eigenlijk zijn het de
eeuwenoude ondergrondse kalksteengroeven, waaruit onze voorouders de mergel
gewonnen hebben. Als je daarin, na een paar keer links of rechts afgeslagen
te hebben, het licht uit doet, dan ben je echt “verdwaald”. Je hoort absoluut
niets en het is er ook zeldzaam pikkedonker. Toch ben je hier “op eigen
benen” terecht gekomen en heb je niet op een onnatuurlijke manier gereisd,
dus dat zegt ook niet alles. Waar
heeft het bovenstaande nou mee te maken, zo vraag ik mij af. Naast ons
gezichtsvermogen vervult ook het aardmagnetisch veld hierbij een voorname
rol. Vooral dieren “op trek” zijn daar gevoelig voor en hebben er zelfs een
soort zintuig voor ontwikkeld. Trekvogels nemen bijvoorbeeld een paar dagen
pauze als het aardmagnetisch veld verstoord is. Bijvoorbeeld door overactiviteit van de zon en de “zonnewind”, vaak ook
gepaard gaande met het bekende “noorderlicht”. Zelfs
mensen schijnen een zekere gevoeligheid te hebben, misschien uit de evolutie
overgehouden. Sommigen slapen namelijk een stuk beter als hun bed met het
hoofdeinde naar het magnetische noorden is gericht. Eigenlijk heel apart… De
ervaring leert dat het gebruik van een kaart of een GPS-apparaat
(zoals een TomTom) je wel een paar niveaus terug
kan helpen. Tenslotte: Als je het gevoel voor afstand en tijd kwijt raakt, heeft dat ook
invloed op je energie. Een vliegreis is daardoor vaak vermoeiender dan een
auto- of treinreis van dezelfde tijdsduur. En van een “jet-lag”
raken veel mensen (toepasselijk?) “uit het huisje”. Kortom,
de oude zegswijze is zo gek nog niet: “Oost west, thuis best”. Het lijkt
misschien allemaal een beetje vergezocht, maar ik wou het toch even
opgeschreven hebben, al is het voor mijzelf… Een goede reis gewenst in het Nieuwe Jaar 2015! Raymond Oostwegel, Januari 2015 |