De batteraof

 

Rondom ons huis houdt zich een koppel zwarte kraaien op. Zij hebben vorig jaar een jong gekregen met opvallende lichte vleugelpennen. Dat ziet er in de vlucht heel apart uit, alsof die vleugels doorzichtig zijn.

Deze kleurafwijking noemt men “leucisme” (letterlijk: witheid). Ik heb over kleurafwijkingen bij vogels ook al kort geschreven in mijn weblog “De beige merel” (maart 2008) en in mijn weblog “De zwarte reiger” (december 2010). Leucisme is een gebrek aan de zwarte verenkleurstof eumelanine. Dit gebrek kan aangeboren zijn of een gevolg zijn van onvolwaardige voeding. Je ziet nogal eens zwarte kraaien met lichte veren rondom scholen en picknickplaatsen. Daar vinden ze – zeker voor zwarte kraaien – “verkeerde voeding”: restanten van friet met mayonaise, kroketten, chips, zoutjes en dergelijke.

Hier in de buurt waar ik woon is dat niet het geval, dus ik denk dat het leucisme bij deze jonge zwarte kraai aangeboren is.

 

                   

 

Niet alleen door zijn uiterlijk is het een opvallende vogel, maar ook door z’n gedrag. Hij is erg nieuwsgierig, brutaal en soms een echte kwajongen (“batteraof”). Hij jaagt dan achter houtduiven aan, gewoon voor de lol.

Wist U dat kraaiachtigen wel vaker een dergelijk soort spelgedrag vertonen? Volkomen nutteloze bezigheden om zichzelf en de groep te vermaken. Ik schreef al in februari (2010) over het “buizerdje pesten”. Het verjagen van een buizerd is voor een zwarte kraai nauwelijks een noodzaak. Hij heeft er geen gevaar van te duchten en de buizerd is ook geen echte voedselconcurrent.

En dan zijn er nog de voorbeelden dat kraaiachtigen plezier kunnen beleven aan een soort vandalisme. Zoals het verhaal van de zwarte kraaien die ontdekten dat de ruitjes van de grote glazen koepel van het beroemde warenhuis “GUM” in Moskou aan diggelen gingen, als je er vanuit de lucht stenen op liet vallen. Toen ze dat eenmaal ontdekt hadden bleven ze maar doorgaan, totdat er vrijwel geen ruitje meer heel was.

Zo bont heeft onze tweekleurige kraai het (nog) niet gemaakt en ook al is het geen ravenjong, het is toch een echt “batteräöfke”…

 

Raymond Oostwegel, januari 2011